Status uitspraak LCvV

De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) is bemiddelaar en scheidsrechter bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders over de uitvoering van de Wet
medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Kijk op http://www.vertrouwenslieden.nl voor informatie over de commissie. Hier kunt u ook uitspraken van de LCvV vinden. Deze gaan over diverse onderwerpen.

In 2019 heeft de LCvV vragen gesteld aan VWS over de status van de uitspraak van de commissie van vertrouwenslieden.
Het ging daarbij om de volgende vragen:

  1. Wat is de status van een uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden?
  2. Wat kan een cliëntenraad (of zorgaanbieder) doen als de zorgaanbieder (of cliëntenraad dan wel representatieve delegatie van cliënten in bepaalde gevallen) een uitspraak niet uitvoert?
  3. Hoe toetst de ondernemingskamer uitspraken als beroep wordt ingesteld?

VWS heeft daar het volgende op geantwoord:

  1. Wat is de status van een uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden?
    De uitspraken van de commissie zijn gezaghebbend, maar dergelijke uitspraken hebben niet de status van een bindend advies. Dit omdat er vol beroep mogelijk is tegen een uitspraak of beslissing van de commissie.
  2. Wat kan een cliëntenraad (of zorgaanbieder) doen als de zorgaanbieder (of cliëntenraad dan wel representatieve delegatie van cliënten in bepaalde gevallen) een uitspraak niet uitvoert?
    Het feit dat de uitspraak of beslissing van de commissie van vertrouwenslieden niet de status heeft van bindend advies laat vanzelfsprekend onverlet dat de uitspraak van de commisssie wel bindend is als er binnen de beroepstermijn van drie maanden tegen een uitspraak of beslissing van de commissie geen beroep is ingesteld bij de ondernemingskamer. Dit laatste blijkt ook duidelijk uit artikel 14, achtste lid, van de Wmcz 2018; in dat artikellid is bepaald dat, indien de beroepstermijn van drie maanden ongebruikt is verlopen, de cliëntenraad of de representatief te achten delegatie van cliënten dan wel van hun vertegenwoordigers, de ondernemingskamer kunnen verzoeken de instelling te bevelen een uitspraak van de commissie na te leven.
  3. Hoe toetst de ondernemingskamer uitspraken als beroep wordt ingesteld?
    De ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam is als beroepsinstantie bevoegd het geschil integraal te beoordelen en hoeft zich hierbij niet te beperken tot de criteria voor vernietiging van bindende adviezen/ vaststellingsovereenkomsten. Er is op dit punt dus geen verschil met reguliere hoger beroep dat bijvoorbeeld bij de rechtbank of het hof kan worden ingesteld tegen vonnissen van een lagere rechter.

Hier kunt de brief van VWS lezen: status uitspraak LCvV