Morele overwinning voor cliëntenraad door uitspraak Ondernemingskamer

De centrale cliëntenraad van DeSeizoenen, een antroposofische zorginstelling met zes vestigingen en 440 bewoners, heeft een morele overwinning geboekt door de uitspraak van de Ondernemingskamer.
De ondernemingskamer- onderdeel van het Amsterdamse hof en gespecialiseerd in conflicten in bedrijven en instellingen-  heeft vastgesteld dat er sprake is geweest van wanbeleid in de periode van 2011 tot 2014. Dit wanbeleid bestaat uit fouten die in die periode zijn gemaakt in de governance en de besluitvorming.

De constructie van de in 2011 na een faillissement doorgestarte zorginstelling was voor de cliëntenraad de belangrijkste reden om naar de rechter te stappen. Hierbij hebben de eigenaren een ‘substantieel’ deel van de financiële risico’s in die periode niet bij de eigenaren, maar bij de zorginstelling gelegd. De eigenaren hadden onder andere belangen als huurder en als verhuurder van het vastgoed.

De Ondernemingskamer neemt geen maatregelen om onrust en verdere onzekerheid over de zorg te voorkomen. De rechters zien daar ook van af omdat het wanbeleid een inmiddels afgesloten periode betreft. Bestuurders en commissarissen met mogelijk dubbele petten zijn na eerdere kritiek teruggetreden, het beleid is aangescherpt en een omstreden lening wordt terugbetaald.

De cliëntenraad voelt zich gesteund door de uitspraak en gaat door om zich in te zetten om de uitspraak zoveel mogelijk te verzilveren. Via deze link kunt u de gehele uitspraak van de Ondernemingskamer lezen.

Meer informatie:

https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Gerechtshoven/Gerechtshof-Amsterdam/Nieuws/Paginas/De-Ondernemingskamer-stelt-wanbeleid-vast-in-de-governance-en-de-besluitvorming-bij-zorginstelling-DeSeizoenen-BV.aspx

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/01/25/ondernemingskamer-berispt-eigenaren-van-gehandicapteninstelling-a3988171

https://www.gelderlander.nl/eindhoven/eigenaren-instelling-voor-gehandicapten-berispt-om-wanbeleid~a2055bdc/

 

 

 

 

Nieuw: handreiking inspraak

Hoe regel je inspraak van cliënten in een zorgorganisatie? Daarvoor is nu een handreiking beschikbaar die overzicht geeft van wat inspraak is en die inspireert om daarmee aan de slag te gaan. Met inspraak kunnen cliënten in zorgorganisaties invloed houden op hun dagelijks leven en keuzes maken die aansluiten bij de eigen wensen en behoeften. De nieuwe handreiking helpt zorgorganisaties, cliëntenraden, cliënten en naasten om dat gezamenlijk vorm te geven.

Waarom?

Op 1 juli 2020 treedt de nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) 2018 in werking. Inspraak is een nieuw onderdeel van deze wet. Maar de wet schrijft bewust niet voor hoe je dat doet. Zo kunnen zorgorganisaties op hun eigen manier inspraak regelen die het beste past bij de organisatie en de doelgroep. Het regelen van inspraak is verplicht voor zorgorganisaties met cliënten die langdurig verblijven. Zorgorganisaties met een kort verblijf of zonder verblijf kunnen natuurlijk ook, naast hun cliëntenraad, inspraak regelen voor cliënten, maar dit is niet verplicht.

Opbouw van de handreiking

De handreiking staat eerst stil bij wat inspraak nu eigenlijk is en waarom die voor zorgorganisaties belangrijk is. Dan volgen tips om met inspraak te beginnen, met veel voorbeelden van hoe je daaraan invulling kunt geven. Je kunt direct beginnen, creatieve werkvormen gebruiken en de inspraak uitbreiden. De handreiking sluit af met vragen en antwoorden, een eenvoudige samenvatting en handige links naar meer informatie.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft Vilans opdracht gegeven deze handreiking te ontwikkelen. Vilans deed dat samen met ActiZ, LOC, GGZ NL, KansPlus, LSR, MIND, Netwerk Cliënt-en-Raad Zorg (NCZ), VGN en Zorgthuisnl. De handreiking en samenvatting zijn begin december 2019 gepresenteerd tijdens twee congressen voor cliëntenraden; ideeën, suggesties en opmerkingen van bezoekers zijn in de definitieve versie verwerkt.

De handreiking en eenvoudige samenvatting zijn hier in te zien:

handreiking-inspraak-wmcz
handreiking-inspraak-wmcz-samenvattinghandreiking-inspraak-wmcz-samenvatting

U kunt de brochures ook inzien op www.meepraten.net. Wilt u een workshop organiseren over Inspraak? VraagRaak kan dit verzorgen. Neem contact op met VraagRaak via vraagraak@kansplus.nl of via 030-2363750.

 

Het VN verdrag voor de rechten van mensen met een beperking: handreiking voor cliëntenraden in de VG sector

Eind 2018 is door een vijftiental belangenorganisaties voor mensen met een verstandelijke beperking een manifest opgesteld waarin aandacht wordt gevraagd voor een specifieke uitwerking van het VN Verdrag voor mensen met een verstandelijke beperking.
Aanleiding hiervoor is de ervaring dat bij de uitwerking van het verdrag teveel in algemeenheden wordt gedacht die voor iedereen met een beperking zouden moeten gelden, terwijl het onze stellige overtuiging is dat mensen met een verstandelijke beperking op een aantal terreinen om een meer specifieke uitwerking vragen. En dat zelfs binnen de totale groep mensen met een
verstandelijke beperking de behoeften op dit gebied zeer uiteenlopend zijn. Het uitbrengen van het manifest is geen eenmalige actie geweest waarvan automatisch verwacht kan worden dat het tot het gewenste resultaat leidt. We realiseren ons dat er gedurende meerdere jaren op meerdere niveaus verdere uitwerking aan moet worden gegeven. Een van die niveaus is het niveau van de
cliëntenraden van zorginstellingen die samen met het management van de zorginstellingen kunnen uitwerken wat in de eigen omgeving gedaan kan worden om het Verdrag uit te werken.

In de handreiking worden een aantal suggesties gedaan die gebruikt kunnen worden door cliëntenraden om het VN verdrag op de agenda te plaatsen.

Cliëntenraden zouden bij de zorgaanbieder de volgende vragen kunnen stellen:

– Hebben alle woon- en activiteitengroepen naast de individuele ondersteuningsplannen ook een plan dat gericht is op het bevorderen van een veilige en inclusieve cultuur in de groep?
– Hebben instellingen die beschikken over een beschutte leefomgeving (het ‘instellingsterrein’) een ‘bewust’ beleid om op dit terrein een inclusieve sfeer te creëren en zingevende ontmoetingen tussen de bewoners onderling en met anderen te bevorderen?
– Beschikt de instelling over een goede mix van woonvormen met eigen appartementen voor mensen voor wie dat echt meerwaarde heeft, en ook groepswoningen voor mensen die daar beter tot hun recht kunnen komen?

Via deze link is de volledige handreiking te lezen.

Handreiking_Het VN verdrag voor de rechten van mensen met een beperking

 

Status uitspraak LCvV

De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) is bemiddelaar en scheidsrechter bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders over de uitvoering van de Wet
medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Kijk op http://www.vertrouwenslieden.nl voor informatie over de commissie. Hier kunt u ook uitspraken van de LCvV vinden. Deze gaan over diverse onderwerpen.

In 2019 heeft de LCvV vragen gesteld aan VWS over de status van de uitspraak van de commissie van vertrouwenslieden.
Het ging daarbij om de volgende vragen:

  1. Wat is de status van een uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden?
  2. Wat kan een cliëntenraad (of zorgaanbieder) doen als de zorgaanbieder (of cliëntenraad dan wel representatieve delegatie van cliënten in bepaalde gevallen) een uitspraak niet uitvoert?
  3. Hoe toetst de ondernemingskamer uitspraken als beroep wordt ingesteld?

VWS heeft daar het volgende op geantwoord:

  1. Wat is de status van een uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden?
    De uitspraken van de commissie zijn gezaghebbend, maar dergelijke uitspraken hebben niet de status van een bindend advies. Dit omdat er vol beroep mogelijk is tegen een uitspraak of beslissing van de commissie.
  2. Wat kan een cliëntenraad (of zorgaanbieder) doen als de zorgaanbieder (of cliëntenraad dan wel representatieve delegatie van cliënten in bepaalde gevallen) een uitspraak niet uitvoert?
    Het feit dat de uitspraak of beslissing van de commissie van vertrouwenslieden niet de status heeft van bindend advies laat vanzelfsprekend onverlet dat de uitspraak van de commisssie wel bindend is als er binnen de beroepstermijn van drie maanden tegen een uitspraak of beslissing van de commissie geen beroep is ingesteld bij de ondernemingskamer. Dit laatste blijkt ook duidelijk uit artikel 14, achtste lid, van de Wmcz 2018; in dat artikellid is bepaald dat, indien de beroepstermijn van drie maanden ongebruikt is verlopen, de cliëntenraad of de representatief te achten delegatie van cliënten dan wel van hun vertegenwoordigers, de ondernemingskamer kunnen verzoeken de instelling te bevelen een uitspraak van de commissie na te leven.
  3. Hoe toetst de ondernemingskamer uitspraken als beroep wordt ingesteld?
    De ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam is als beroepsinstantie bevoegd het geschil integraal te beoordelen en hoeft zich hierbij niet te beperken tot de criteria voor vernietiging van bindende adviezen/ vaststellingsovereenkomsten. Er is op dit punt dus geen verschil met reguliere hoger beroep dat bijvoorbeeld bij de rechtbank of het hof kan worden ingesteld tegen vonnissen van een lagere rechter.

Hier kunt de brief van VWS lezen: status uitspraak LCvV