Factsheets en handvatten transitie toekomstbestendige gehandicaptenzorg

Om zorgaanbieders te ondersteunen bij de verdere invulling van de kanslijnen uit het landelijk akkoord toekomstbestendige gehandicaptenzorg (dat ZN en VGN hebben gesloten) hebben VGN en ZN een factsheet per kanslijn ontwikkeld. In het landelijk akkoord staat per kanslijn uitgewerkt wat deze inhoudt en wat de ambitie op een kanslijn is. De factsheets helpen organisaties om extra stappen te zetten naar een toekomstbestendige gehandicaptenzorg. Daarnaast is er een handvat gemaakt over het maken van afspraken over de beoogde impact.

De factsheets bevatten de volgende onderdelen:

  • Een voorbeeld in de schijnwerpers ter inspiratie
  • Meer voorbeelden om werkzame elementen uit te halen voor de eigen organisatie
  • Samen de beweging groter maken: sluit aan bij een netwerk van zorgaanbieders die met deze kanslijn bezig zijn
  • Aanvullende financieringsmogelijkheden
  • De kanslijn en beleid
  • Eerste stappen zetten

Nog in ontwikkeling

De factsheets zijn nog in ontwikkeling en worden de komende tijd verder aangevuld. Zo wordt onder andere de leesbaarheid verbeterd. De factsheets zijn hieronder te downloaden

Ervaringen om van te leren in complexe zorg aan mensen met ernstig verstandelijke beperking

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft goede ervaringen verzameld over complexe zorg aan mensen met een ernstig verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag (EVB+). Zo kunnen zorgaanbieders leren van elkaars ervaringen, over wat er goed gaat.

De inspectie bracht in 2021 en 2022 12 bezoeken aan zorgaanbieders die zorg bieden aan cliënten met een ernstige verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag (EVB+). Deze cliënten hebben een IQ tussen de 20 en 35, een ontwikkelingsleeftijd tussen de 2 en 4 jaar en een zeer intensieve zorgvraag vanwege gedragsaspecten (VG07).
Juist voor deze cliënten kunnen de gevolgen van goede of minder goede zorg groot zijn. Soms moeten cliënten meerdere malen verhuizen om een passende plek te vinden. Of er wordt vaker onvrijwillige zorg toegepast bij EVB+-cliënten. Dit alles kan bijdragen aan de onrust van cliënten en hun gevoel van onveiligheid.

Daarom wil de inspectie goede voorbeelden verspreiden en het gesprek hierover in zorgorganisaties stimuleren: wat werkt voor deze groep cliënten én hun zorgverleners?

Goede voorbeelden bij 3 thema’s

De inspectie verzamelde goede voorbeelden bij de 3 thema’s uit het toetsingskader voor de gehandicaptenzorg.

  • Persoonsgerichte zorg
    Zorgverleners kennen de wensen en behoeften van hun cliënten goed  en houden daar rekening mee. De cliënten moeten zich veilig en geborgen voelen en putten waardering uit dagbesteding.
  • Deskundige zorgverleners
    Veel zorgverleners kiezen er bewust voor om met EVB+-cliënten te werken. Zij halen hun motivatie en werkplezier uit de puzzel die zij leggen om erachter te komen wat de cliënten nodig hebben. Zij werken in een stabiel team met meerdere disciplines. Ze volgen regelmatig training en scholing en krijgen de ruimte zich verder te ontwikkelen. Eventuele flexwerkers draaien in alles volledig met het team mee.
  • Sturen op kwaliteit en veiligheid
    In een stabiel team hebben de zorgverleners en de leiding een gezamenlijke visie op de zorg. De zorgverleners krijgen de ruimte, hun inbreng wordt gewaardeerd. Er is een cultuur om te blijven leren, ook van ervaringen in andere organisaties. Daarnaast is er aandacht voor een veilige en comfortabele omgeving voor de cliënten: kamers, huiskamers, ontspanningsruimtes en materialen.

De inspectie geeft zorgaanbieders nu voorbeelden van wat goed gaat in de complexe zorg aan EVB+-cliënten. Hiermee wil de inspectie zorgaanbieders en zorgverleners stimuleren om met elkaar het gesprek aan te gaan over wat werkt. Het geeft geen compleet beeld over de zorg aan ernstig verstandelijk beperkte cliënten.

Toezicht complexe zorg in 2023

De inspectie gaat in 2023 door met het bezoeken van zorgaanbieders die complexe zorg verlenen. De inspectie kijkt naar wat goed gaat, wat beter kan en wat beter moet. Ook loopt er aan de Erasmus School of Health Policy & Management een wetenschappelijk onderzoek naar wat er nodig is om goede zorg aan EVB+-cliënten te bieden (Engels).

Ervaringen met de Wet zorg en dwang: resultaten onderzoek cliëntorganisaties

Ervaringen met de Wet zorg en dwang:0-meting
Samen met cliëntorganisaties Ieder(in), Alzheimer Nederland, de LFB, het LSR  en Per Saldo hebben wij afgelopen najaar onderzoek gedaan onder onze achterbannen naar ervaringen met de Wet zorg en dwang (Wzd). Hierdoor maakten we inzichtelijk waar volgens hen de Wzd verbetering behoeft.

Uit dit onderzoek (441 respondanten) blijkt dat de kennis onder cliënten, naasten en zorgprofessionals over de wet nog steeds beperkt is. Ook hebben niet alle zorgaanbieders de wet al goed ingevoerd en geven ze vaak nog onzorgvuldig onvrijwillige zorg. Daarnaast wordt er nog te weinig gezocht naar alternatieven voor onvrijwillige zorg.

Bovendien wordt het stappenplan, voor communicatie met cliënt en vertegenwoordiger, onvoldoende en onzorgvuldig ingezet. Zo zegt een vertegenwoordiger: ‘Ik moest er steeds achteraan hoe ver het stond met het stappenplan. Dat kwam niet prettig over’.

Lees hier alle resultaten van het onderzoek, de 0-meting.

De Wzd regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking, dementie of gelijkgestelde aandoeningen bij onvrijwillige zorg. In 2022 verscheen de evaluatie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wzd. Alzheimer Nederland, KansPlus, het LSR, LFB, Per Saldo, Naar-Keuze en Ieder(in) waren erg kritisch over de aanbevelingen van die wetsevaluatie. Gezamenlijk hebben de organisaties toen een aantal punten onder de aandacht gebracht van de leden van de Eerste en Tweede Kamer (zie hier voor onze reactie op de wetsevaluatie). Daarbij hebben we dankbaar gebruik gemaakt van de (toen nog) concept samenvatting van de 0-meting.

Reactie van de Minister
Minister Helder schrijft recent in de brief aan de Tweede Kamer wat zij met de aanbevelingen uit het evaluatierapport gaat doen. Volgens haar komen de belangrijkste doelen van de wet, het terugdringen van het toepassen van dwang en het vergroten van de eigen regie van mensen die gedwongen zorg nodig hebben, onvoldoende uit de verf. Ook bevestigt zij dat de complexe wet nog steeds niet door alle zorgaanbieders goed is geïmplementeerd. Er zijn volgens Helder grote inspanningen nodig om de wet goed uit te voeren. Verder wil ze nadrukkelijk de rechtspositie versterken van mensen die met onvrijwillige zorg te maken krijgen. De minister kondigt in de brief aan een heel nieuw wetsvoorstel voor te bereiden.

Stappenplan
Een belangrijk onderdeel van de Wzd waarin de rechtpositie van cliënten wordt gewaarborgd is het stappenplan, waarbij elke stap wordt besproken met de cliënt en de vertegenwoordiger. Het stappenplan wordt in de praktijk onvoldoende en onzorgvuldig ingezet. Ook wordt er nog te weinig gezocht naar alternatieven. Daardoor bestaat het risico dat onvrijwillige zorg te snel en/of te lang wordt toegepast.

Cliëntvertrouwenspersoon
De cliëntenvertrouwenspersoon (CVP) speelt een belangrijke rol in het beschermen en versterken van de positie van de mensen met een beperking. Uit het onderzoek van de cliëntorganisaties én uit de wetsevaluatie van afgelopen jaar blijkt dat de CVP onvoldoende tot zijn recht komt en dat er nog weinig bekendheid over is. De minister laat weten dat ze zich gaat inzetten voor het verstevigen van de positie van de CVP. Zo worden zorgaanbieders verplicht om cliënten expliciet te wijzen op de mogelijkheid om een beroep te doen op de CVP. Ook locatiebezoeken door de CVP wil de minister wettelijk regelen. De cliëntenorganisaties waaronder KansPlus zullen nauw betrokken blijven bij de verdere uitwerking hiervan.

Hoe nu verder?
Er komt een nieuw wetsvoorstel met betrekking tot zorg en dwang. Om concrete voorstellen uit het veld te verzamelen, organiseert het ministerie van VWS het komende jaar klankbordgroepen. De cliëntenorganisaties vertegenwoordigen daarin samen het cliëntperspectief, zodat de rechtpositie van mensen die te maken krijgen met onvrijwillige zorg in het nieuwe wetsvoorstel geborgd wordt. In de eerste helft van 2024 moet het nieuwe wetsvoorstel aan de Tweede kamer worden gestuurd, die dan naar verwachting per 1 januari 2026 in werking zal treden. Tot die tijd is het van belang om de huidige wet te blijven naleven, zodat de rechtspositie van mensen in de praktijk niet verslechtert.

Enquête over PlusPunt- het kwartaalblad van KansPlus met Zeg’s

KansPlus brengt vier keer per jaar het verenigingsblad PlusPunt uit.
In PlusPunt schrijven we over wat we als vereniging doen en wat we bereiken. Zo zijn er informatieve artikelen over wet- en regelgeving en ontwikkelingen in de zorg. Regelmatig zijn er artikelen over de activiteiten van de ledengroepen van KansPlus. En ervaringen van naasten over het leven met en van hun kind met een beperking. We schrijven ook voor en over verwanten- en cliëntenraden en familieverenigingen. Onderwerpen waarmee we de positie van mensen met een verstandelijke beperking en naasten versterken. Deze artikelen staan apart in de PlusPunt, in het katern ZEG’s.

We zijn benieuwd wat u als lezer van PlusPunt vindt. Meedoen kan digitaal via deze link.

Wilt u de enquête op papier invullen? Dan kun je een exemplaar opvragen bij KansPlus. Dit kan door te bellen met 030-2363744 of door te mailen naar pluspunt@kansplus.nl.

Invullen van de vragenlijst kan tot 10 april.

Beleidsreactie minister Helder op evaluatie Wvggz en Wzd

Minister Helder heeft 13 maart aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer haar beleidsreactie gestuurd op het evaluatierapport van Amsterdam UMC/Trimbos over de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd). Het doel van beide wetten is: minder dwang, betere rechtsbescherming.

De wetten uit 2020 zijn in het afgelopen jaar geëvalueerd. De reacties hierop waren stevig, ook van de cliëntorganisaties. Wij hebben gevraagd om de huidige wet te handhaven, de implementatie ervan te stimuleren en de rechtspositie van mensen die te maken hebben met onvrijwillige zorg te blijven borgen.
Zoals verwacht is VWS nu met een schriftelijke reactie aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer gekomen.

Voor de Wzd geeft de minister het volgende aan als taken die er liggen:

  • de complexiteit van de wet terugdringen
  • het aanpassen van het stappenplan en het gebruik ervan
  • het waarborgen van de positie van cliënten die zich niet kunnen verzetten en tegelijkertijd geen bereidheid tonen
  • het complexe begrippenstelsel vereenvoudigen zodat de wet voor zorgverleners die de wet moeten uitvoeren begrijpelijker wordt: de functie van de Wzd-functionaris
  • het aanpassen van het onderscheid tussen de regels voor intramurale en ambulante zorg

De minister wil 2023 gebruiken om een concreet wetsvoorstel uit te werken en dit te toetsen bij zorgaanbieders, professionals en betrokkenen. Het voornemen is om in de eerste helft van 2024 een conceptwetsvoorstel aan de Kamer te sturen.

Bron: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2023Z04249&did=2023D09953