Instelling staakt verzet tegen het instellen van een lokale cliëntenraad

In de Nieuwsbrief van februari 2024 schreven over een belangrijke uitspraak van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV), de landelijk geschillencommissie voor geschillen tussen cliëntenraden en instellingen (uitspraak 1 december jl.). In sommige gevallen kunnen ook representatieve delegaties een geschil voorleggen aan de LCvV. In de zaak die we in februari jl. beschreven was het een delegatie die het niet langer accepteerde dat de instelling geen lokale cliëntenraad installeerde. Sinds de invoering van de Wet Medezeggenschap Cliënten 2018 (Wmcz 2018) wilde de instelling dit niet mogelijk maken.  De LCvV gaf de delegatie gelijk. En besliste dus dat een cliëntenraad alsnog dient te worden geïnstalleerd.

Omdat rond die tijd door een representatieve delegatie van een andere locatie van dezelfde instelling een vergelijkbaar geschil (ook toen wegerde de instelling een lokale raad in te stellen) werd voorgelegd aan de LCvV, was spannend hoe het verloop van die nieuwe  procedure ging lopen. De instelling verzocht de delegatie om de zaak in te trekken of op te schorten. Dit omdat de instelling na de uitspraak LCvV van 1 december jl. van plan was om een nieuwe medezeggenschapsstructuur te ontwikkelen en voor instemming voor te leggen aan de centrale raden. Gelukkig was er dus sprake van inkeer van de instelling. Bedoeling was daarbij lokale raden mogelijk te maken. De delegatie ging echter niet in op het verzoek van de Raad van Bestuur. Dit enerzijds omdat op korte termijn belangrijke zaken spelen op de locatie waarvoor medezeggenschap belangrijk is, zoals instemmingsrecht, adviesrecht, ongevraagd adviesrecht, recht op informatie, tijdige inschakeling, recht op rechtsprocedures desnoods. Anderzijds omdat onduidelijk is of en zo ja wanneer de nieuwe bedoelingen in goed vaarwater terecht zijn gekomen. Heel begrijpelijk standpunt van de delegatie dus.

De LCvV stelde in de uitspraak van 8 april jl. (zie eventueel: https://www.vertrouwenslieden.nl/uitspraken/uitsprakenarchief-lcvv/search-result?filter_tag=representatieve%20delegatie) vast dat er eigenlijk geen verschil van mening meer was tussen de delegatie en de instelling (de instelling bevestigde bij de hoorzitting het nu prima te vinden dat er lokale raden zouden komen) maar dat het alleen nog zou gaan over de vraag wanneer de lokale raad dient geïnstalleerd te zijn. De LCvV bepaalde dat de raad uiterlijk op 8 augustus van dit jaar geïnstalleerd dient te  zijn. KansPlus zal graag volgen of dit tijdig gaat gebeuren evenals we dat overigens doen bij de eerste zaak waar de termijn 1 juni jl. en die ten tijde van het schrijven van dit bericht niet gehaald was.

Inschakelen LCvV
Dat kan als cliënten en vertegenwoordigers een lokale raad willen en zij daarover een meningsverschil krijgen met de instelling. Dan moeten de cliënten en vertegenwoordigers zich afvragen of zij representatief zijn voor de locatie. Als dit zo is, kan de LCvV ingeschakeld worden voor bemiddeling of een uitspraak. Representatief betekent niet dat cliënten en vertegenwoordigers  per se  een meerderheid moeten hebben. De LCvV kijkt wat dit betreft heel goed naar de feiten en omstandigheden en maakt dan afwegingen.

Kosten
Separaat in deze zaak had de delegatie zich voor alle zekerheid laten ondersteunen door een tweetal externe adviseurs tegen nogal beperkte kosten. In de aanloop naar de beslissing om wel of niet naar de LCvV te stappen. Men vond uit principieel oogpunt dat die kosten eigenlijk betaald moeten worden door de instelling. Waarom zouden advieskosten van in de Wmcz 2018  genoemde delegaties (en die ook een procedure kunnen voeren bij de LCvV en desnoods in beroep kunnen gaan bij de Ondernemingskamer) niet vergoed moeten worden en wel die van cliëntenraden. De instelling weigerde dit. De delegatie zag wel dat de wetgever op dit punt onderscheid maakte tussen cliëntenraden en delegaties, maar bracht in dat de LCvV hopelijk wel aanknopingspunten ziet in meer algemene rechtsbeginselen als redelijkheid en billijkheid en fair play. De LCvV wees deze redenering af. Voor geïnteresseerden: lees in de uitspraak de passages die hierover gaan.

KansPlus/VraagRaak  is van mening dat zo eindelijk duidelijk is geworden dat er een lacune zit in de Wmcz 2018. En zal dit punt daarom inbrengen bij de aanstaande wetsevaluatie die dit najaar zal plaatsvinden. Eventuele representatieve delegaties hoeven zich echter in de tussentijd geen zorgen te maken in het geval zij een verschil van mening krijgen of hebben met de instelling over het al of niet instellen van een lokale raad.
De LCvV is sowieso laagdrempelig. De kosten van de LCvV zelf worden door de LCvV altijd rechtstreeks  in rekening gebracht bij de instelling. Het is wettelijk vastgelegd dat de instelling die dan moet betalen.  Het maken van een verzoekschrift aan de LCvV is ook bepaald niet meer zo ingewikkeld na de uitspraken van de LCvV. Leden van KansPlus kunnen gratis telefonisch advies krijgen van het Kennis- en Adviescentrum.

Vragen of meer informatie
Met vragen kun je contact opnemen met het Kennis- en Adviescentrum van VraagRaak/KansPlus. Telefoon: 030-2363750 (van maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 12.00 uur, maandag ook van 13.30 tot 16.30 uur). Mail: advies@kansplus.nl

De Cliëntenraad en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)

De overheid wil dat iedereen goede zorg krijgt. Daarom heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. En wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Dit staat in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

Waarom een Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)?

Uit onderzoek blijkt dat mensen niet altijd tevreden zijn over de manier waarop zorgverleners hun klacht afhandelen. De afhandeling van een klacht duurt lang en gebeurt op een onpersoonlijke manier. Mensen willen zich gehoord voelen. En zij willen dat anderen in de toekomst niet hetzelfde overkomt.

Zorgverleners leren van klachten en ongewenste gebeurtenissen in de zorg. Doel van de Wkkgz is dan ook: openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen en ervan leren. Om zo gezamenlijk de zorg te verbeteren.

Wat regelt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?

De wet regelt het volgende:

  • Een betere en snelle aanpak van klachten
    |Mensen kunnen sinds 1 januari 2017 gratis terecht bij de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder. Uit de praktijk blijkt dat een goed gesprek tussen de cliënt en de zorgverlener het beste werkt. De klachtenfunctionaris kan zo’n gesprek eerder op gang brengen. Lost een gesprek het probleem niet op? Dan kan de cliënt een rechtszaak aanspannen. Maar de wet biedt ook een laagdrempelig alternatief: de onafhankelijke geschilleninstantie. Die doet een uitspraak waar beide partijen zich aan moeten houden. De geschilleninstantie kan ook een schadevergoeding toekennen.
  • Zorgmedewerkers kunnen veilig incidenten melden
    Medewerkers moeten voorvallen in de zorg kunnen melden. Zorgaanbieders moeten een interne werkwijze hebben die dit regelt. Doel is dat collega’s het voorval met elkaar bespreken. Dat zij ervan leren. En op deze manier samen de zorg verbeteren. Zorgaanbieders mogen zelf bepalen op welke manier ze dit organiseren.
  • Cliënt krijgt sterkere positie
    De cliënt heeft het recht op goede informatie als er in de zorgverlening iets niet goed is gegaan. Bijvoorbeeld een fout tijdens een operatie. De zorgaanbieder moet zo’n fout met de cliënt bespreken en in het cliëntendossier opnemen. De cliënt heeft recht op informatie over de kwaliteit van de zorg wanneer hij daarom vraagt.
  • Uitbreiding meldplicht zorgaanbieders
    Zorgaanbieders moeten alle vormen van geweld in de zorgrelatie melden aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Net als ontslag van een zorgverlener wegens ernstig disfunctioneren.

Zorgaanbieders krijgen de ruimte om klachtenregelingen en kwaliteitssystemen te maken die passen binnen hun organisatie. Wel gelden er regels waaraan zij zich moeten houden.

Voor welke zorgaanbieders geldt de Wkkgz?

De Wkkgz geldt voor alle zorgaanbieders. Zowel voor zorginstellingen als zelfstandige beroepsbeoefenaren, zoals zzp’ers.

De wet geldt niet voor ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en jeugdhulp (Jeugdwet).

Wat moet ik als zorgaanbieder regelen om te voldoen aan de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)?

De Wkkgz verplicht zorgaanbieders tot goede zorg, openheid over fouten en incidenten en de bereidheid daarvan te leren. Daarnaast verplicht de Wkkgz zorgaanbieders tot een zorgvuldige omgang met klachten over de zorgverlening. Hiervoor moet de zorgaanbieder een aantal dingen regelen.

Voorschriften uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

De belangrijkste verplichtingen zijn:

  • Systeem voor veilig melden van incidenten
    Medewerkers moeten binnen de eigen organisatie onzorgvuldigheden en incidenten in de zorgverlening op veilige manier kunnen melden. Denk aan de melding van (bijna-)ongelukken door een ingewikkelde werkwijze. Of aan medische technologie die niet goed functioneert of wanneer zorgverleners technologie niet goed gebruiken. Doel is dat collega’s zulke ervaringen met elkaar bespreken, ervan leren en zo samen de zorg verbeteren.
  • Controleren functioneren zorgverlener voor indiensttreding
    Vanaf 2016 moet het functioneren van iedere nieuwe zorgverlener onderzocht worden, voordat hij of zij wordt aangenomen. Voor nieuwe medewerkers in de langdurige zorg en de intramurale geestelijke gezondheidszorg geldt een extra voorwaarde. Ze moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) kunnen tonen.
  • Meldplicht bij Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
    Wordt een zorgverlener ontslagen vanwege ernstig disfunctioneren? Dan moet dit worden gemeld bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Ook moeten alle geweldsincidenten (zoals mishandeling) gemeld worden bij de IGJ. De IGJ kijkt dan welke maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat het weer gebeurt.
  • Extra informatieplicht
    Cliënten hebben het recht op goede informatie als iets niet goed is gegaan in de gegeven zorg.

Klachtenfunctionaris

Iedere zorgaanbieder moet een klachtenfunctionaris hebben die gratis is voor cliënten. De klachtenfunctionaris kan bemiddelen om een oplossing te vinden waar iedereen tevreden over is. Ook kan hij de cliënt informeren over de verschillende mogelijkheden om een klacht in te dienen.

  • Geschilleninstantie
    Sinds 2017 moet elke zorgaanbieder zich hebben aangesloten bij een erkende geschilleninstantie.
  • Overeenkomsten
    Elke zorgaanbieder moet sinds 2017 een schriftelijke overeenkomst hebben met alle zorgverleners die voor hem werken. Hierin staan eisen waaraan de zorgverlener moet voldoen. Zo kunt u instaan voor de kwaliteit van de zorg en een goede afhandeling van eventuele klachten. Voor medewerkers in loondienst is de arbeidsovereenkomst voldoende.

Rol van de cliëntenraad

De zorgaanbieder treft schriftelijk een regeling voor de laagdrempelige opvang en afhandeling van klachten. Deze regeling wordt vastgesteld in overeenstemming met een representatief te achten organisatie van cliënten. In de Wmcz 2018 is dit als volgt vastgelegd;

De instelling behoeft de instemming van de cliëntenraad voor elk door haar voorgenomen besluit inzake:

  1. de medezeggenschapsregeling, de regeling, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, alsmede andere voor cliënten geldende regelingen;

De zorgaanbieder brengt de regeling onder de aandacht van cliënten.

Bij ketenzorg waarbij meerdere zorgaanbieders betrokken zijn is een afgestemde behandeling van klachten verplicht.

De zorgaanbieder is verplicht om een klachtenfunctionaris beschikbaar te hebben die voldoet aan de eisen.

De zorgaanbieder is aangesloten bij een erkende geschilleninstantie die is ingesteld door representatief te achten organisatie(s) van zorgaanbieders en cliënten.

 

Bron: wetten.overheid.nl

Uitnodiging deelname project ‘Medezeggenschap en inspraak Wmcz 2018’


 

 

 

Hoe kom je tot echte samenspraak binnen de instelling

In de praktijk van de medezeggenschap merken wij, KansPlus/VraagRaak, dat er behoefte bestaat aan het vergroten van de kennis over de WMCZ , de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van betrokkenen, kennis en vaardigheden over het voeren van een goed gesprek met elkaar, met de Raad van Bestuur, met de Raad van Toezicht, het delen van de clientervaringen met elkaar, het bouwen van een structuur waarin de samenwerking vorm kan krijgen.

Samen met de ervaringsdeskundigen uit diverse cliëntenraden hebben we de afgelopen paar jaar gewerkt aan het verbeteren van inspraak en medezeggenschap. Bij een aantal instellingen hebben we werkbijeenkomsten gehouden, trainingen gegeven, ervoor gezorgd dat alle betrokkenen daadwerkelijk met elkaar in gesprek gaan.

Graag delen we deze aanpak met andere cliëntenraden, raden van Bestuur en Raden van toezicht.

We bieden een traject aan om binnen uw instelling de inspraak en medezeggenschap van cliënten en familie en de samenspraak met andere geledingen verder te verbeteren.

Het traject bestaat in elk geval uit:

  • Een startoverleg met enkele personen die een sleutelrol spelen in de medezeggenschap in uw organisatie: cliëntenraad / familieraad / ondersteuning / bestuur / (oudervereniging?).

In dit overleg bespreken we wat er speelt rond de medezeggenschap in uw organisatie en wat u wilt dat dit traject voor u oplevert. En we bespreken de concrete opbouw van het traject.

  • Eén of twee werkbijeenkomsten met betrokkenen uit diverse geledingen om met elkaar aan aspecten van medezeggenschap te werken.
  • Enkele trainingen voor de cliëntenraad / familieraad.
  • Een afrondende bijeenkomst met alle betrokkenen.

De onderwerpen die in het traject aan bod (kunnen) komen:

  • toelichten van rollen en verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen bij de medezeggenschap (op welke stoel zit je zelf en kun je je verplaatsen in de ander?)
  • wat is een goed advies, en wat heb je nodig om een goed advies te maken?
  • het delen van cliëntervaringen over zorg en ondersteuning met verwanten, management, bestuur en raad van toezicht
  • aandacht voor de zichtbaarheid voor cliëntenraden en wederkerig contact met de achterbannenafspraken over verdere samenwerking op lokaal niveau tussen de cliëntenraad en teamleider
  • afspraken over de nadere samenwerking op centraal niveau tussen CCR/CVR/bestuur/raad van toezicht.
  • het vergroten van de kennis over de WMCZ 2018 en de Governance code 2022 en wat betekent dit voor de eigen praktijk
  • innovatieve vormen van medezeggenschap (ook van belang voor de evaluatie van de WMCZ)

Voor wie?

  • Cliënten en verwanten
  • Ondersteuners of coaches van de zeggenschap
  • Teamleiders en managers zorg
  • Bestuurder
  • Raad van Toezicht

Aan dit project zijn voor uw organisatie geen kosten verbonden. Dit project wordt gefinancierd door ZonMw.

Vragen?

Bel of mail naar KansPlus 030-2363744 vraagraak@kansplus.nl

Klachten over het uitoefenen van dwang door de instelling

Niet eens met dwang of onvrijwillige zorg?

Wat we geregeld horen is dat cliënten en vertegenwoordigers niet goed weten dat als je een klacht hebt over het onterecht geven van onvrijwillige zorg je naar een onafhankelijke externe klachtencommissie kan stappen. In het geval je het niet eens bent met de zorgaanbieder. Dat staat in de Wet zorg en dwang (WZD). Het leek KansPlus goed om hierover wat informatie te geven. Voorzover we weten hebben de meeste instellingen in de gehandicaptenzorg zich aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie Onvrijwillige Zorg (KCOZ). Eén en andere na instemming van de Cliëntenraad van de zorgaanbieder, want die moet akkoord zijn.

Belangrijk is om te weten dat het een heel andere klachtencommissie is dan de klachtencommissie op grond van de Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen (WKKGZ). Die gaat over klachten over de kwaliteit van de zorg.

De KCOZ doet een bindende uitspraak over klachten en kan de klager een schadevergoeding toekennen. De klacht kan vervolgens, zowel door de klager als door de aanbieder en degene op wiens beslissing de klacht betrekking heeft, worden voorgelegd aan de rechtbank. Van uitspraken van de rechtbank over deze klachten kan in cassatie worden gegaan. Dat houdt in dat de Hoge Raad gevraagd wordt een oordeel te geven over de klacht.

Aan degene die een klacht heeft ingediend brengt de KCOZ geen kosten in rekening.

De KCOZ is ingesteld door de landelijke brancheorganisaties ActiZ en Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), en de cliëntenorganisaties Ieder(in), KansPlus, LOC Waardevolle Zorg en LSR. De KCOZ werkt ook voor de ouderenzorg en thuiszorg. Vandaar dat ook brancheorganisatie ActiZ en cliëntenorganisatie LOC Waardevolle Zorg genoemd worden. In een reglement is geregeld dat zorgaanbieders die lid zijn van ActiZ en VGN de tegen hen c.q. tegen hun medewerkers gerichte Wzd klachten door de KCOZ kunnen laten behandelen. Dit betreft een vrije keuze, er zijn ook zorgaanbieders die Wzd klachten door een andere commissie dan de KCOZ laten behandelen.

Met welke klachten kun je naar de KCOZ gaan?

De klachtenregeling van de Wzd is onder meer van toepassing op:

  • het besluit om onvrijwillige zorg in het zorgplan op te nemen;
  • besluiten over uitvoering van onvrijwillige zorg op basis van het zorgplan of in onvoorziene situaties;
  • klachten over de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een cliënt;
  • klachten over beslissingen van de Wzd-functionaris;
  • klachten over het bijhouden van een dossier, voor zover dat betrekking heeft op onvrijwillige zorg;
  • klachten over beslissingen rondom verlof en ontslag.

Uitspraken KCOZ

In het  Jaarverslag 2023 KCOZ (zie eventueel: https://www.kcoz.nl/stream/kcoz-jaarverslag-2023.pdf) worden heel inzichtelijk de klachtzaken uit 2023 in getal weergegeven met daarbij een korte toelichting en uitleg over geconstateerde bijzonderheden. KCOZ  vergelijkt de cijfers ook met voorgaande jaren. Alle uitspraken van de KCOZ, naast het reglement en algemene voorlichting over de werkwijze, zijn te vinden op de website www.KCOZ.nl

De Cliëntenvertrouwenspersoon (Cvp)

Het lijkt ons goed juist in de rol van de Cvp nog wat nadere informatie te geven. De Wzd regelt dat elke cliënt (of zijn/haar vertegenwoordiger) met een verstandelijke beperking, psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of daaraan gelijkgestelde aandoening recht heeft op een Cvp. Deze is er ook voor de vertegenwoordiger. De Cvp kan ondersteunen en informatie geven bij vragen die er ontstaan rondom onvrijwillige zorg. Daarnaast kan de Cvp ondersteuning bieden bij problemen rond de opname of het verblijf in een zorginstelling en in het doorlopen van de klachtenprocedure.

Daarnaast kan hij/zij ook signaleren of de rechten van cliënten in het geding zijn. Die signalen worden vervolgens neergelegd bij de zorginstelling. Wanneer de zorginstelling de signalen niet, onvoldoende of niet snel genoeg oppakt, kan de Cvp de signalen ook doorgeven aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

Wat kan de Cvp voor U betekenen?

  • Helpen bij het helder krijgen van het probleem.
  • Informatie en uitleg geven over de rechten.
  • Vertellen wie verder kan helpen.
  • Helpen om in gesprekken te organiseren tussen cliënt, vertegenwoordiger en de zorgverlener over het probleem.
  • De gesprekken samen voorbereiden.
  • Ondersteunen in gesprekken die gaan over onvrijwillige zorg.
  • Helpen bij het schrijven van brieven of mails.
  • De klachtenprocedure ondersteunen

De Cvp ondersteunt dus de cliënt en/of vertegenwoordiger en staat hen bij. Dus ook in een klachtenprocedure kan dat. Hij/zij  werkt niet voor de zorginstelling en is onafhankelijk. Wat wordt verteld, is vertrouwelijk. Alleen met toestemming kan de Cvp met anderen praten over bepaalde situaties. De geheimhoudingsplicht van zorgverleners geldt ook ten opzichte van de Cvp. Deze krijgt dus alleen informatie over een cliënt als de cliënt of zijn vertegenwoor­diger daar­voor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. Dat geldt ook voor inzage in het dossier van een cliënt. Met uitdrukkelijke toestemming wordt bedoeld dat toestemming niet verondersteld mag worden.

Hoe komt u in contact met een Cvp?

Wanneer iemand gebruik wil maken van een Cvp kan hierover contact opgenomen worden de zorgaanbieder of direct met de betreffende Cvp-aanbieder. Het kan ook zo zijn dat een Cvp op bezoek is op de locatie. Via www.clientenvertrouwenspersoonwzd.nl vindt u meer informatie en de contactgegevens van de aanbieders.

Cursusaanbod VraagRaak

In 2024 heeft VraagRaak weer een divers aanbod van workshops en cursussen. Naast cursussen over de Wmcz 2018 zijn in de afgelopen periode succesvolle cursussen gegeven over “Samenwerken in de Raad” en “Het kwaliteitskompas gehandicaptenzorg 2023 – 2028”.

De cursussen worden in overleg en op maat gemaakt. In de cursus Samenwerken in de Raad komt ondermeer naar voren de onderlinge samenwerking binnen de cliëntenraad, het leren kennen van elkaars sterke punten en die benutten, maar ook de samenwerking met de  manager en het leggen van contact met de achterban.

Het kwaliteitskompas gehandicaptenzorg kent vier bouwstenen die moeten leiden tot verbetering van de Kwaliteit van de zorg; 1. Het zorgproces rond het individu, 2. Onderzoek naar ervaringen van de clienten, 3. Blijven leren en als 4de bouwsteen; Samen zorgen voor goede zorg en ondersteuning ook in de toekomst.

Meer informatie over een cursus op maat voor uw raad of instelling; vraagraak@kansplus.nl

Goed nieuws voor de lokale medezeggenschap!

Recht op officiële cliëntenraad voor
kleinschalige locaties in de gehandicaptenzorg

Eind vorig jaar (1 december 2023) deed de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) een belangrijke uitspraak.
De LCvV is de geschillencommissie in verschillen van mening tussen cliëntenraden en de zorgaanbieder. Maar als er geen cliëntenraad is, kan in een tweetal gevallen ook een representatieve delegatie een geschil van mening aan de LCvV voorleggen. Dat is het geval als een delegatie van mening is dat hun cliëntenraad structureel tekortschiet in de behartiging van de belangen van de cliënten. Daarnaast kan een delegatie naar de LCvV stappen in het geval dat de zorgorganisatie weigert een lokale cliëntenraad in te stellen.
Van dit laatste recht uit de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (Wmcz) 2018 werd onlangs gebruik gemaakt.

Kort samengevat ging het om het volgende.
De zorgorganisatie had geweigerd een cliëntenraad in te stellen voor een locatie, opgericht voor tien mensen met LVB en autisme. Dit vooral omdat er al regioraden/clusterraden en centrale raden zijn. Dat zou samen met meer informele inspraak op de locatie voorzien ‘in volwaardige medezeggenschap op alle niveaus’.
Maar de delegatie stapte met ondersteuning van VraagRaak/KansPlus naar de LCvV.
De LCvV was van mening, kijkend naar de wet en de bedoeling van de wetgever, dat de delegatie gelijk had en dat het instellen van een lokale raad ‘in redelijkheid is aangewezen.

Argumenten
Een van de door de zorgaanbieder nog tijdens de hoorzitting aangevoerde argumenten was nog dat er geen verplichting is omdat in de regel niet meer dat tien personen zorg verlenen. (Inclusief parttimers en vrijwilligers en ongeacht of ze ook gelijktijdig aan de slag zijn.) De LCvV wees dat argument af. Omdat in de wet geen nadere eisen zijn gesteld wanneer sprake is van een locatie waar in redelijkheid een cliëntenraad kan zijn, als cliënten/vertegenwoordigers dat graag willen. Wel vond de LCvV dat het getalscriterium van tien of meer mensen een rol kan spelen bij de afwegingen. Maar omdat – ondanks een tijdelijk behoorlijk verkleinde bezetting – er altijd nog acht tot elf personen zorg verlenen, legde de LCvV het argument van de zorgaanbieder naast zich neer.

De zorgaanbieder kreeg een nogal lange termijn (zes maanden na de uitspraak) om de uitspraak uit te voeren. Dit vanwege het feit dat tijdens de hoorzitting maar drie van de tien plekken in de locatie bezet waren. In afwachting van cliënten met een ander zorgprofiel. De LCvV oordeelde dat de mogelijkheid zou kunnen ontstaan dat ‘nieuwe toekomstige bewoners een andere mening kunnen zijn toegedaan over de noodzaak tot het instellen van een lokale cliëntenraad’.

Echter zulke grote schommelingen in de bezetting van een woonlocatie komen niet zoveel voor in het land. Zodat er toch belangrijke jurisprudentie is toegevoegd. Jurisprudentie die cliënten en hun vertegenwoordigers kunnen gebruiken bij een verzoek aan de zorgorganisatie om voor hen een lokale raad in te stellen. En desnoods bij de LCvV als de zorgaanbieder het verzoek afwijst en de cliënten/vertegenwoordigers dat niet willen accepteren.

Kennis en advies
Belangstellenden kunnen uiteraard nadere vragen stellen aan het Kennis- en Adviescentrum van VraagRaak/KansPlus.
Bel: 030 236 37 50 (van maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 12.00 uur, een maandagmiddag van 13.30 tot 16.30 uur).
Of mail: advies@kansplus.nl .

 

Workshop en cursusaanbod VraagRaak 2024

In 2024 heeft VraagRaak, het steunpunt medezeggenschap, weer een divers aanbod aan workshops en cursussen, waar uw raad of vereniging gebruik van kan maken.

Workshops

  • Cliëntenraad en vernieuwde Wmcz
  • De rol van de cliëntenraad en de wet Zorg & Dwang
  • Inspraak in de vernieuwde Wmcz
  • Wat is de rol van de ambtelijk secretaris?
  • De rol van de cliëntenraad/ verwantenraad en het nieuwe kwaliteitskompas
  • Contact met de achterban
  • Doe-workshop: welke rollen heb jij?
  • Cliëntenraad en zorginkoop (Wlz)
  • Goed voorbereid het ondersteuningsplan bespreken
  • Cliëntvriendelijke ondersteuningsplannen

Cursussen 

  • Nieuw in de cliënten/ verwantenraad
  • Hoe krijg jij het voor elkaar?

Meer over de workshops en cursussen
Workshops worden minstens eenmaal per jaar centraal aangeboden. De workshops kunnen op locatie gegeven worden.
Dit geldt ook voor de cursussen die minstens tweemaal per jaar centraal worden aangeboden.
Daarnaast geven we workshops en cursussen op maat over een onderwerp wat bij u speelt.
En we geven (ambtelijk) advies en ondersteuning aan cliëntenraden. Neem contact op om de mogelijkheden te bespreken.

Het programma VraagRaak 2024 is hier te downloaden.

Heeft u vragen naar aanleiding van het programma 2024 of wilt u een workshop of cursus volgen?
Neem contact per email op via vraagraak@kansplus.nl. Of bel met ons Kennis- en adviescentrum via 030-23 63 750 (van maandag t/m donderdag van 09.00 uur tot 12.00, op maandag ook van 13.30 tot 16.30 uur).