Brochure ondersteuningsplan en communicatie

Welke middelen of methoden zijn er om het gesprek aan te gaan met mensen met een beperking? Hoe kun je beter communiceren over bijvoorbeeld het ondersteuningsplan? De brochure ‘(Digitale) middelen en methoden dagelijkse communicatie en ondersteuningsplan’ kan hierbij helpen.

De brochure is bedoeld voor mensen die (langdurige) zorg en ondersteuning ontvangen of aanvragen, familie of verzorgenden, cliëntenraden of zorgprofessionals.

Mensen met een beperking kunnen moeite hebben een gesprek aan te gaan om eigen keuzes te maken of om zelf beslissingen te nemen. Om daarbij te helpen, bestaan er nogal wat middelen en methoden. Tussen 2017 en 2019 zijn ervaringen opgetekend van cliënten, familieleden en zorgverleners van een zestal zorginstellingen die hier volop mee aan de slag zijn gegaan. |Dit op basis van vier criteria opgesteld door de cliëntorganisaties.

Dit heeft geresulteerd in zes best-practice omschrijvingen van zes verschillende zorginstellingen.  En acht tips van cliënten, familie en zorgverleners tezamen. Bestemd voor zorginstellingen die hun ondersteuningsplan cliëntgerichter willen maken. Zorginstellingen die het cliëntenperspectief en persoonsgerichte zorg hoog in het vaandel hebben en willen weten hoe ze hier handen en voeten aan kunnen geven in de praktijk, kunnen inspiratie opdoen.

De brochure biedt een overzicht en uitleg over de hulpmiddelen voor deze twee onderwerpen: het ondersteuningsplangesprek en (dagelijkse) communicatie. Ook staan er tips in voor cliëntenraden en zorgprofessionals hoe ze de middelen en methoden kunnen inzetten binnen de zorginstelling.

Hier vindt u de brochure:

De brochure is ontwikkeld door LSR en Ieder(in) voor de kwaliteitsagenda gehandicaptenzorg ‘Samen Sterk voor Kwaliteit’ in opdracht van het
Ministerie van VWS.

VWS organiseert regionale bijeenkomsten over de Wet Zorg en Dwang

In september 2019 organiseert het Ministerie van VWS acht informatiebijeenkomsten voor zorgprofessionals en beleidsmakers. Deze bijeenkomsten zijn ook toegankelijk voor cliëntenraadsleden.

Op 1 januari 2020 treedt de Wet zorg en dwang in werking. Deze wet vervangt, samen met de Wvggz, de Wet Bopz. In september 2019 organiseert het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport acht informatiebijeenkomsten over de Wet zorg en dwang voor zorgprofessionals en beleidsmakers. Doel van de bijeenkomsten is om zorgprofessionals en beleidsmakers mee te nemen in wat er voor hen verandert op het moment dat de nieuwe wet in werking treedt

Het programma bestaat uit een plenair gedeelte waarin het juridisch kader van de Wet zorg en dwang wordt toegelicht en een spreker vanuit de praktijk, Tommie Niessen, zijn ervaringen deelt. Daarnaast vinden er diverse workshops plaats en is er een informatiemarkt.

Alle bijeenkomsten hebben hetzelfde programma:

12:30 uur: Inloop
13:00 uur: Opening en presentatie door VWS
13:30 uur: Presentatie Tommie Niessen (Tommie in de Zorg)
14:00 uur: Start eerste workshopronde
14:45 uur: Pauze en informatiemarkt
15:15 uur: Start tweede workshopronde
16:00 uur: Start derde workshopronde
17:00 uur: Einde met afsluitend een drankje

De bijeenkomsten worden verspreid door Nederland gehouden:

10 september: Zwolle
12 september: Assen
18 september: Amsterdam
19 september: Amersfoort
20 september: Hilversum
24 september: Breda
27 september: Roermond
30 september: Ridderkerk

Voor meer informatie over de locaties, de diverse workshops en voor het inschrijven kunt u terecht op aanmelder.nl/wetzorgendwang.

Deelname is gratis.

Keuze in dagbesteding?

In 2017 en 2018 hebben Ieder(in), het LSR en KansPlus kwalitatief onderzoek gedaan naar de ervaringen bij de zoektocht naar passende Wlz-dagbesteding gebaseerd om ruim 100 ervaringen van cliënten en familieleden van mensen met een beperking. Het onderzoek is gebaseerd op interviews en focusbijeenkomsten met ruim 100 (naasten van) mensen die vanaf 2015 te maken kregen met nieuwe of andere dagbesteding. Aanleiding was een eerder onderzoek naar de wegen die mensen bewandelen om passende zorg gerealiseerd te krijgen. Dat onderzoek vond plaats in het kader van de Vernieuwingsagenda ‘Waardig leven met zorg’ van 26 februari 2016,  en is op 1 april 2017 naar de Tweede Kamer gestuurd. In het verlengde van bovengenoemd onderzoek is in de Kwaliteitsagenda gehandicaptenzorg ‘Samen Sterk voor kwaliteit’ een nader onderzoek naar deze cliëntroutes opgenomen, nu toegespitst op het maken van keuzes voor dagbesteding, omdat in het eerste onderzoek naar voren was gekomen dat persoonlijke keuzes voor dagbesteding sterk onder druk staan. Veel mensen benoemden dat zij gedwongen werden voor andere dagbesteding te kiezen.

Verandering: opgelegd of vrijwillig?
Opmerkelijk is dat meer dan de helft van de geïnterviewden genoodzaakt was van dagbesteding te veranderen door wijzigingen in het aanbod van de zorgaanbieder. Sluiting van voorzieningen, reorganisaties, vervoerskostenbudget en decentralisaties vormden veelal de achtergrond.

Het onderzoek laat ook zien dat zorgaanbieders verschillende criteria hanteren voor de maximale afstand en de vergoeding voor ‘woon-dagbestedingsverkeer’.

De decentralisaties in de wetgeving zijn ook vaak een achterliggende oorzaak geweest voor de verandering van dagbesteding. Vaak had dat te maken met verandering van populatie en met een grotere groep of minder begeleiding tot gevolg, het zogenaamde Wmo-weglekeffect. Mensen met een indicatie voor Zorg met verblijf die wél zelf de keuze maakten voor andere dagbesteding (intern of extern) hadden daar verschillende redenen voor, zoals: aanbreken van een nieuwe levensfase (transitie school-werk) verhuizing persoonlijke groei en de behoefte aan iets nieuws. Doorgaans nam deze groep zelf het initiatief om op zoek te gaan en kreeg daarbij medewerking en steun van de betrokken zorgorganisatie(s). De meer dan 50% van de geïnterviewden die verplicht van dagbesteding zijn veranderd als gevolg van een reorganisatie, heeft dit vaak ervaren als een voldongen feit. Er was dan geen sprake van keuze of meedenken over een nieuwe plek. Bij een groot aantal mensen was zonder overleg met hen de nieuwe dagbesteding al ingevuld door de zorgaanbieder.

Belemmeringen
Het blijkt soms een hele uitdaging te zijn om dagbesteding te vinden die aansluit bij persoonlijke interesses, mogelijkheden en perspectieven. Mensen kunnen verschillende belemmeringen tegenkomen. Een greep: kleinschaliger initiatieven vallen af als er geen bereidheid is bij de zorgaanbieder om zorg persoonsvolgend ‘buiten de deur’ te financieren bijvoorbeeld via onderaannemerschap. Soms wordt onjuiste informatie verstrekt of druk uitgeoefend om de cliënt te behouden voor de eigen dagbesteding. Het komt voor dat mensen buiten de boot vallen doordat selectie plaatsvindt. Voor mensen met een intensieve zorgvraag is het aanbod -zelfs in de grote regio- vaak zeer beperkt

Informatie en ondersteuning in de praktijk
Circa 15% van de geïnterviewden vertelde goed geïnformeerd te zijn door zijn zorgaanbieder of school. Meer dan de helft van de geïnterviewden is of voelt zich niet volledig geïnformeerd. Soms was er sprake van alleen een mededeling en voldongen feit, in andere situaties was alleen informatie beschikbaar over alternatieven binnen de eigen organisatie. Iets meer dan een kwart van alle geïnterviewden is zelf actief op zoek gegaan naar informatie of had de kennis al in huis door hun beroep. Uit het onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn in de ondersteuning die mensen aangeboden krijgen. Slechts 16% van de geïnterviewden heeft gebruik gemaakt van onafhankelijke cliëntenondersteuning. Meer dan 50% van de respondenten was zelfs niet bekend met de mogelijkheid van onafhankelijke cliëntenondersteuning. Uit de interviews blijkt dat ook medewerkers van zorgorganisaties vaak niet bekend zijn met onafhankelijke cliëntenondersteuning.

In de situaties van opgelegde verandering was nog minder sprake van ondersteuning. Bij schoolverlaters zien we een ander beeld: zo’n 70% heeft veel gehad aan de ondersteuning vanuit school. De meeste leerlingen en ouders gingen (daarnaast) ook zelf actief op zoek. Maar ook bij deze groep is onafhankelijke cliëntenondersteuning vaak niet bekend of laat de toegang ertoe te wensen over. Juist in deze transitiefase waarin veel dingen veranderen, is deze vorm van ondersteuning (levensbreed en levenslang) belangrijk en wordt node gemist.

U vindt hier het gehele onderzoek, inclusief een makkelijk lezen versie.

De rol van de cliëntenraad/ verwantenraad en het vernieuwend kwaliteitskader

Sinds 2017 wordt gewerkt met het vernieuwend kwaliteitskader gehandicaptenzorg. Dat betekent ook voor cliënten-en verwantenraden een nieuwe taak.

Cursus op locatie (2 uur)
De (centrale) cliëntenraad kan een workshopleider uitnodigen die gedurende een dagdeel (een ochtend, middag of avond) de cliënten en/of verwantenraad en hun coaches/ adviseurs informeert en traint op het gebied van de kwaliteitsagenda. De cliëntenraad wordt bijgepraat over   het ontstaan van het vernieuwend kwaliteitskader, de doelstelling,  werkwijze en het kwaliteitsrapport. Vragen die beantwoord worden;

  • Welke rol heeft de cliëntenraad.
  • Hoe vul je die rol in?
  • Welke voorwaarden zijn nodig?
  • Bespreken van voorbeelden/ casus.
  • Hoe bespreek je het kwaliteitsrapport als cliëntenraad?
  • Waar let je op, maar ook hoe bereid je je voor op het gesprek met de Raad van bestuur/ bestuurder?
  • Wat is een externe visitatie?
  • Welke rol kan de cliëntenraad spelen bij een externe visitatie?
  • Ook zal gesproken worden over het kwaliteitsrapport in relatie tot het zorgkantoor en de inspectie.

Wilt u een workshop voor uw eigen cliëntenraad op locatie organiseren of wilt u eerst meer informatie; neem contact op met D.Kloosterman@kansplus.nl  of (06) 46291032. Omdat deze cursus wordt gegeven in het kader van de kwaliteitsagenda worden er geen kosten in rekening gebracht voor de inleider die namens KansPlus/ Vraagraak een bijdrage zal leveren. De bijeenkomst moet wel voor 1 juli 2019 plaats vinden.